Tussen 1994 en 2007 is sprake van een continue stijging van de prestaties van allochtone leerlingen, zowel van de leerlingen met laag- als van die met hoogopgeleide ouders. De toegenomen prestaties zijn bij rekenen hoger dan bij taal. Dit blijkt uit het rapport Doelgroepleerlingen in het basisonderwijs van de universiteiten van Amsterdam en Nijmegen.

Aan het begin van de basisschool – gemeten is in groep 2 – is de taalachterstand van allochtone leerlingen in 2007 nog even groot als in 1994. In groep 8 is de achterstand evenwel met 40 procent verminderd. Turkse leerlingen beginnen met de grootste achterstand op taalgebied en lopen die ook het meeste in. Toch hebben zij in groep 8 nog steeds de grootste achterstand van alle allochtone groepen.

Alleen allochtone achterstandsleerlingen halen hun achterstand in. De achterstand van autochtone leerlingen lijkt juist groter te worden. Allochtone leerlingen krijgen minder steun van hun ouders. De ouderbetrokkenheid bij lager en hoger opgeleide ouders uit minderheidsgroepen is geringer. Leerlingen van actieve ouders krijgen iets vaker een hoger schooladvies.